Wat nou, achterstand!07 mei 2021

Three kids aged 5 and 8 examining a roman snail in the grass.

“De kinderen van nu worden waarschijnlijk zo’n 100 jaar oud. Met dat perspectief voor ogen zouden we toch niet dramatisch hoeven doen over een jaartje vertraging op de basisschool?! Hou toch op. Haal die druk eraf! Laat ze lekker een jaartje lummelen. Is echt niet erg. Lijkt me zelfs heerlijk!”

Deze ingezonden brief aan de Volkskrant van ene Jan Bekhuis uit Arnhem is me uit het hart gegrepen. Sinds kinderen door COVID-19 gedwongen zijn om thuisonderwijs te volgen neemt het geklaag over de achterstand en vertraging die ze oplopen hand over hand toe. Toegegeven, het lijkt me zeker lastig om kinderen ‘bij de les’ te houden als ze niet gemotiveerd zijn. Of als ze hun schoolkameraden missen. En ja, in sommige huishoudens is het onvermijdelijk dat kinderen afhaken. Denk maar eens aan ouders die hun kinderen intellectueel niet kunnen ondersteunen, of niet over de ruimte en middelen beschikken om een werkplek voor hun kroost te creëren. En ja, sommige kinderen raken dan achter. Maar de centrale vraag is dan ‘Achter op wat?’

Het huidige schoolsysteem – of docenten, leerlingen en ouders daar nou gelukkig mee zijn of niet – is nog steeds gericht op het ontwikkelen cognitieve vaardigheden. Het uitgangspunt daarbij is dat meer intellect en meer hoofdkennis later meer (geld) opleveren, meer succes en meer geluk. Al op de basisschool spelen goed kunnen lezen en rekenen een cruciale rol. Als een kind hiermee niet op koers ligt, blijft het dus achter op kinderen die het sneller snappen.

Maar hoe erg is dat?

Voor de kinderen zelf kan het frustrerend zijn als ze het signaal krijgen dat ze ‘achterlopen.’ Ze kunnen daardoor het gevoel krijgen dat ze minder waard zijn dan hun klasgenoten en hun toekomst er dus minder rooskleurig uit zal zien. Over achterstand gesproken!

Helaas kunnen ook ouders en leerkrachten hen – al dan niet bewust – dat rotgevoel geven. Iedereen kent de verhalen van ouders die moord en brand schreeuwen als hun kind een lager schooladvies krijgt dan ze verwachtten. Niet voor niets is het boek ‘Havo is geen optie’ een tophit. De schrijver, Martje van der Burg, typeert daarin feilloos een van de kernproblemen in het huidige onderwijs: de niet te onderschatten rol van ouders met hoge verwachtingen van hun kinderen.

Daarnaast is het een achterhaald idee dat leren alleen op school plaatsvindt. Kinderen leren ook buiten de schoolmuren. Ze leren van spelen, muziek maken, sporten, vakanties, en ook van lummelen. Ik ben er zelfs van overtuigd dat de meeste talenten buitenschools ontwikkeld worden. Mits daar ruimte voor gemaakt wordt, want helaas is de bittere werkelijkheid dat bijna iedereen zich gedwongen voelt om aan de ratrace van presteren mee te doen. Met als gevolg dat er kinderen uit de boot vallen, óf zich jarenlang in het zweet werken om het tempo van anderen bij te benen. Bijles, huiswerkbegeleiding, citotrainingen, examentraining, alles om het kind maar te laten slagen. En als ze dan op een goede dag alle diploma’s op zak hebben, hebben ze geen tijd gehad om te leven of hun talenten aan te boren. Of ze storten volledig in.

Hoogleraar Taal en spraakstoornissen bij kinderen, Sieneke Goorhuis-Brouwer, ziet de beperkingen van het huidige onderwijs ook: “Over het algemeen is men ontzettend bang voor leerachterstanden. Men wil meedoen in de ratrace om als land zo goed mogelijk te presteren. Dit betekent dat er zo weinig mogelijk onderwijsachterstanden moeten zijn. Wat mij stoort is dat de aandacht niet gericht is op het individuele kind als zodanig, dus of het al dan niet goed gaat, maar of het aan de normen voldoet,”  zegt ze in een interview op de website van Vakblad Vroeg. “Geef laatbloeiers gewoon de tijd en ruimte om zich te ontwikkelen. Dan hebben deze kinderen een veel gelukkiger jeugd dan wanneer we als maar pushen om van een maantje een sterretje te maken. Sommige kinderen hebben gewoon meer tijd nodig om ergens te komen.”

Tijd en ruimte. Zo simpel kan het zijn.

Haal de druk van het presteren af en laat kinderen in hun eigen tempo en op hun eigen niveau ontdekken wat bij ze past. Zo heeft straks niemand meer een achterstand.

Ben jij een laatbloeier? En wat heeft dat jou gebracht?

Laat het me weten. Misschien wil je graag geïnterviewd worden voor mijn nieuwe boek.

info@annemiekvankessel.nl